22 mei 2023 zag ik de documentaire op NPO2 over de platoschool in Amsterdam. Oud-leerlingen vertelden over de ongelooflijke vernedering die zij ervaren hebben wanneer zij gestraft werden. Traumatische ervaringen die opslaan in het lichaam met alle gevolgen van dien. Onderstaand blog schreef ik twee weken daarvoor. En na het zien van de documentaire deel ik hem graag.
https://www.2doc.nl/documentaires/2023/03/de-platoschool.html
Wie niet luisteren wil…
De lentezon komt op, de camping ontwaakt. Ook het gezin naast ons ruimt de ontbijttafel af en de kinderen vliegen uit om lekker te gaan spelen. Maar met 1 van de kinderen is misschien een andere afspraak gemaakt?
‘HIER KOMEN!’
Vader, duidelijk gefrustreerd, stapt stevig op het kind af, terwijl hij nog roept: ‘LUISTER NOU TOCH EENS EEN KEER!’ gevolgd door een flinke klap in het gezicht. Het kind draait zijn fietsje, zonder reactie, druipt af richting de caravan om daar nog een schop onder zijn kont na te krijgen. De caravan deur sluit achter vader en kind en moeder staat er bij in de voortent en kijkt er naar.
Oef… mijn maag draait om. De hardheid en de vernedering van het kind zo duidelijk voelbaar.
Er gaan vragen door mijn hoofd. Wat maakt dat een vader dit doet? Wat heeft deze vader voor opvoeding gehad? Wat heeft hij meegemaakt? Het kind uitte geen emotie, zou hij het al vaker zo meegemaakt hebben? Hoe zal dit kind zich de rest van de dag voelen? En de vader?
Onmacht, is wat door me heen gaat. En onwetendheid. En misschien ook angst. Angst om de controle te verliezen, in het gezag? En misschien is er bij vader de overtuiging dat dit een manier of de enige manier is die gedrag regulerend werkt?
Want een corrigerende tik, daar krijgen ze niks helemaal niks van…, toch?
Ik voel er van alles bij. Verdriet, frustratie, verontwaardiging, irritatie, overweldiging en ook een soort van strijdlust.
Dit mag en kan anders!
En blijkbaar mag dit meer gedeeld worden.
Ik loop naar het strand, ga stevig zitten en laat de energie van de hele situatie, van de vader, van het kind in de aarde zakken. Ik stel me voor dat deze energie in de kern van de aarde omgezet wordt tot licht en positiviteit, tot liefde. En ik vul me met het licht van de zon en met mijn eigen energie.
Mijn dag kan nu ook beginnen. (tip voor gevoelige denkers om energie van anderen los te laten 😉)
ONMACHT
Opvoeden is af en toe ontzettend ingewikkeld. Soms is het gedrag van een kind zo lastig, vermoeiend, tegendraads, overheersend, storend…dat je er als het ware naar toe getrokken wordt en niet anders meer kunt dan alleen nog maar op dit gedrag te reageren.
Het ‘bloed onder de nagels vandaan’ en het ‘achter het behang plak’ moment.
Het is dan een uitdaging om je geduld te bewaren, creatief te blijven in je benadering en niet in een strijd te belanden.
Zeker als je zelf ook al een eigen grens hebt bereikt, minder in je vel zit of veel aan je hoofd hebt.
Strijd, woede, agressie ligt dan op de loer.
Onmacht.
Het gedrag moet stoppen! NU! En je weet op dat moment niks anders meer dan je kind letterlijk de mond te snoeren, te laten zien wie de baas is, dat hij/zij moet luisteren en moet doen wat jij op dit moment wilt.
En toch zijn wij als opvoeders de volwassenen. En hebben wij de verantwoordelijkheid om met de emoties die het gedrag van het kind bij je oproepen om te leren gaan.
Agressie is nooit een oplossing. Het is een reactie vanuit onmacht. En het werkt averechts. Het levert slechts tijdelijk iets op (of eigenlijk lijkt dat zo) en het maakt meer kapot dan je lief is. Straffen, beoordeling en ook belonen gaat uit van macht en richt zich niet op de behoeften van een kind. Het is een ‘noodoplossing’ om aan je eigen voorwaarden te voldoen.
Ja hoor, je kunt best bepaald gedrag afleren door straffen en belonen, maar een kind zal er altijd ander gedrag voor in de plaats zetten.
GEDRAG REGULEREN
Gedrag is nooit voor niks. Een gebrek aan veiligheid, een eigen-wijsheid die niet begrepen wordt, zich niet gezien of gehoord voelen, een emotie die niet geuit is, een angst of onzekerheid. En soms weet je gewoon niet precies waarom een kind storend gedrag laat zien. Kinderen hebben niet altijd woorden voor wat er van binnen in hen gaande is, maar zetten gedrag in om iets duidelijk te maken. Dit gedrag kan heel verschillend zijn. Sommige kinderen trekken zich terug, worden stil, andere kinderen worden druk, vertonen clownesk gedrag, dreinen, huilen harder dan nodig is, of worden extreem boos.
Ge- en verboden roepen weerstand op. Bij de meeste volwassenen, maar ook bij kinderen. Het creëert afstand, minderwaardigheid, onrecht, frustratie. Je komt dan vaak terecht in een strijd of je kind ontwikkelt een minderwaardigheidsgevoel. Dit is niet wat je wilt in de opvoeding van je kinderen.
WAT DAN WEL?
Kinderen hebben behoefte aan iemand die de leiding neemt, die ze warmte geeft en vertrouwen dat jij ze de weg kunt wijzen in deze wereld.
Veiligheid is voor hen een levensbehoefte.
Gezien worden, echt ontmoeten, weten wie hij of zij werkelijk is.
Verbinding!
Want als je als opvoeder op een warme, persoonlijke manier in contact kunt zijn met een kind en het kind zich ‘gezien’ voelt, is het bereid om mee te werken.
En natuurlijk hoort begrenzing en het bieden van kaders om vrij in te kunnen bewegen daar bij. Ook dat schept veiligheid.
Dat is niet altijd makkelijk! En vraagt van opvoeders vaak veel geduld en creativiteit. Maar wij hebben dit als volwassene, als opvoeder, wel als verantwoordelijkheid voor onze kinderen.
Kinderen willen net als iedereen met respect behandeld worden. Zij hebben hun redenen om iets wel of niet te doen. Er zit altijd een behoefte achter. En het is aan ons om dit te erkennen en daar achter te komen.
Kijk achter het gedrag van je kind!
Op basis van respect ga je niet tegenover, maar naast je kind staan. Dat voelen kinderen en dat geeft ruimte voor verbinding en vertrouwen. Waardoor de bereidheid ontstaat naar elkaar toe te bewegen en mee te werken.
Dit zal niet altijd vanzelf gaan. Geef jezelf als opvoeder de tijd om je kind te leren kennen. Je hebt er nou eenmaal geen gebruiksaanwijzing bij gekregen. En ieder kind is ook verschillend. Wat bij het ene kind een positief effect heeft, kan bij het andere kind averechts werken. Je kunt je soms onzeker voelen als opvoeder. Het vraagt om lef, durf, uithoudingsvermogen, kwetsbaarheid om in verbinding te blijven met je kind. Daar hoort ook bij dat je het soms niet handig aanpakt, je het voor je gevoel fout doet, het niet lukt en dat je soms ook het contact verliest. Het erkennen en uitspreken van je worsteling, je ‘fouten’ toegeven tegenover je zelf en tegenover het kind, houden je in verbinding met jezelf en het kind. Zo kan het kind zich ontwikkelen en zijn eigen ik ontdekken. Zo kan het kind zijn wie het werkelijk is. Daarbij heeft een kind onze hulp nodig. Sterker nog… het heeft recht op onze hulp!
Ook is het van belang heel goed voor jezelf te zorgen. Wanneer jij goed in je vel zit, rustig kunt blijven wanneer je kind het moeilijk heeft (want ‘een moeilijk kind’, hééft het moeilijk!), dan voelt je kind dat aan en kun je de verbinding met jouw kind aangaan en behouden.
Het opvoeden van je kind doe je zelf en/of samen met je partner, maar je hoeft het zeker niet alleen te doen! Gebruik ‘de moed van imperfectie’ en kijk om je heen, er zijn zoveel meer stoeiende, experimenterende ouders en specialisten. Durf te vragen om bemoediging, een luisterend oor of hulp. En geef jezelf ook datgene wat je nodig hebt om de stabiele, veilige basis en een prachtig voorbeeld voor je kind te kunnen zijn.